Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Abner zeide tot Joab: Laat zich nu de [34]jongens opmaken, en voor ons [35]aangezicht [36]spelen. En Joab zeide: Laat hen zich opmaken. 34. Eenige wakkere jonge krijgslieden. 35. In onze tegenwoordigheid, voor onze ogen, tot een schouwspel en dat wij toeziende, ons stil houden, en laten hen begaan. 36. Dat is, schermutselen, in de wapens elkander beproevende. Het schijnt dat Abner, naar de wijze der ruwe soldaten, den dood van enige jonge helden weinig heeft geacht, waarvan hij zijn straf in het einde van dezen strijd gevoeld heeft. Zie vs.17,26,27.
Dr. Onno Damste, Homeros' Ilias, [1976], 28 Boek III; Hektoor riep met luide stem: 'Luistert naar mij, Grieken en Trojanen! Paris verzoekt u de strijd te staken en u neer te zetten op de grond; maar hijzelf en Menelaos zullen tezamen strijden om Helena. Hij die wint zal haar bezitten, en wij anderen zullen vrede en vriendschap sluiten.'